Terug

HET SCHIJNGEVECHT TEGEN DE ISLAM

Stel je eens voor dat in de Tweede Kamer een politieke partij doordringt waarvan de leider zegt:
Het jodendom is een gewelddadige religie. Het zit in die gemeenschap zelf. De Thora is een fascistisch boek dat oproept tot geweld. Verbied de Thora. Stuur de joden die problemen veroorzaken het land uit, met familie en al.
[We willen] niet graag dat een groeiend aantal mensen, wellicht in de toekomst een meerderheid, van de bevolking of van een kabinet uit joden bestaat. We willen de grenzen dicht, geen joden meer Nederland in, veel joden Nederland uit, denaturalisatie van joodse criminelen. 

En stel je ook voor dat een van haar Kamerleden de regering verzoekt om geen nieuwe synagogen meer toe te staan, alle joodse scholen te sluiten, de keppel te verbieden en criminele joden – indien nodig na denaturalisatie – het land uit te zetten.
We hoeven ons zo’n partij echter niet denkbeeldig voor te stellen. Ze is er al enige tijd. Ze staat in het middelpunt van de politieke belangstelling en beschikt over negen parlementszetels. Ze is getooid met de misleidende naam Partij voor de Vrijheid. Ze heeft alleen één ding veranderd: de naam van de slachtoffers. In werkelijkheid meent de PVV:

De islam is een gewelddadige religie. Het zit in die gemeenschap zelf. De Koran is een fascistisch boek dat oproept tot geweld. Verbied de Koran. Stuur de moslims die problemen veroorzaken het land uit, met familie en al. [We willen] niet graag dat een groeiend aantal mensen, wellicht in de toekomst een meerderheid, van de bevolking of van een kabinet uit moslims bestaat. We willen de grenzen dicht, geen moslims meer Nederland in, veel moslims Nederland uit, denaturalisatie van islamitische criminelen.
En ze verzoekt de regering om geen nieuwe moskeeën meer toe te staan, alle islamitische scholen te sluiten, de boerka te verbieden en criminele moslims – indien nodig na denaturalisatie – het land uit te zetten.
Te weinig is benadrukt dat de PVV niet in de eerste plaats strijd voert tegen de islam als religie of de Koran als heilig boek. Dat is een abstractie die alleen concreet kan worden gemaakt door de kritiek te richten op de mensen die deze religie aanhangen, hun dagelijkse gewoonten, hun samenlevingsverbanden en organisatievormen.
Van bijzonder belang hierbij is het pleidooi van PVV-leider Geert Wilders in zijn interview met HP/De Tijd om de grondwet dusdanig aan te passen dat moslims en niet-moslims niet langer gelijkberechtigd zijn. Het uitgangspunt van de principiële ongelijkwaardigheid van mensen is historisch alleen van toepassing geweest op fascistische staten en apartheidsstaten. Ideologisch moet de PVV dan ook in deze traditie worden geplaatst. Omdat blijkbaar het beeld niet mag ontstaan dat deze partij de jodenhaat uit de jaren dertig heeft vervangen door moslimhaat, zetten twee PVV-fractieleden, onder wie Wilders, in hun bijdrage voor de Volkskrant van 22 maart jl. een tactische koerswijziging in onder het motto: ‘We hebben niets tegen moslims, maar veel tegen de islam’. De draai was ook af te leiden uit Wilders’ uitspraken tegenover de pers na verschijning van het filmpje Fitna. Hij ging zelfs zover de moslimorganisaties in Nederland paternalistisch hulde te brengen voor hun ingetogen reacties.

Verontrustend is niet alleen dit denken zelf. Ook in kringen waar men het niet zou verwachten lijkt het deels wortel te hebben geschoten. Waarschijnlijk door een te ver doorgeschoten afkeer van religie vindt men ook op de website van De Vrije Gedachte haatdragende uitingen en op die van het als tijdschrift ter ziele gegane actieblad Ravage. Wat bij hen ontbreekt, is het besef dat men niet moet vechten tegen een verschijningsvorm als religie, maar tegen de sociaal-economische omstandigheden waar de meerderheid van de wereldbevolking onder leeft. Door deze te veranderen, verandert op den duur ook het karakter van de religie.

Iran en Saoedi-Arabië zijn de landen die moeten aantonen hoe gewelddadig de islam is. Wijselijk zwijgt men over de tegenvoorbeelden: de Turkse islamieten die slagen waar de seculieren altijd gefaald hebben, namelijk het voorzichtig doorvoeren van hervormingen in hun land; het zorgvuldig uit de publiciteit gehouden, radicale democratiseringsproces dat sinds augustus 2005 in het islamitische Mauritanië op gang is gekomen; de ingrijpende wijziging in het Marokkaanse familierecht die de positie van vrouwen aanzienlijk verbeterde; of de schuchtere pogingen tot invoering van (gedeeltelijk) stemrecht in de Golfstaten. Het totaalbeeld is overigens bepaald niet positief, maar dat geldt voor het grootste deel van de Derde Wereld - islamitisch of niet.

Islamteksten kunnen worden aangegrepen ter rechtvaardiging van geweld en terreur. Waarschijnlijk alle religies en wereldbeschouwingen lenen zich voor een dergelijk misbruik. De vernietigingsoorlogen in Vietnam en Irak zijn gepleegd in naam van de liberale waarden van democratie en vrijheid, de massamoord door stalinisten werd gepleegd in naam van het socialisme, de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek werd protestants-christelijk gelegitimeerd en de aanstichters van de Rwandese genocide meenden dat zij christenen waren. Maar dat betekent nog niet dat liberalisme, socialisme en christendom op de schroothoop moeten. Met de islam is het niet anders.

Dichtbij huis zijn, door schrikbeelden over bommenleggers, moslims als groep tot outcasts gemaakt. Niet eerder na de oorlog is er een zo gevaarlijke situatie ontstaan. Niet omdat er een PVV is, maar omdat een vierde, grote politieke stroming – naast liberalen, sociaaldemocraten en christendemocraten – in grote delen van Europa een machtsfactor van belang is geworden. En omdat de risico’s ernstig worden onderschat.

Islamhaat is geen abstractie, het is angstwekkend concreet geworden. De slachtoffers wonen om ons heen.

Ton Geurtsen